tuinen en landschapsarchitektuur
-1
archive,category,category-tuinen-en-landschapsarchitektuur,category-161,stockholm-core-2.4,select-theme-ver-9.10,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-7.7.1,vc_responsive

Ellen Ann Willmott, geniale tuinvrouw verliefd op Liguria

Vrouwen die tegen conventies en de tijdgeest waarin zij leven ingaan en hun eigen pad volgen schrijven geschiedenis. Zo’n vrouw is de Engelse Ellen Ann Willmott.

Zij reist naar Frankrijk en Italië, koopt er haar eigen villa, die zij zelfstandig renoveert en legt indrukwekkende en prachtige tuinen aan. In haar tijd voor een vrouw vrijmoedig en bijzonder. Dit artikel vertelt over het leven van deze geniale tuinvrouw, horticulturist, tuinfotograaf en schrijver met als vertrekpunt het onderzoek dat Audrey Le Lievre heeft verricht voor haar uitgebreide biografie Miss Willmott of Warley place (Faber& Faber, London, 1980).

 

Ellen Willmott, ca. 1901, fotograaf onbekend.

Le Lievre omschrijft Ellen Willmott als: “extravagant, impatient, brilliantly quick-minded, full of mirth and gaiety and at the same time absolutely infuriating and quite impossible to deal with” (Introduction, p.11), tegenstellingen die niet alleen haar karakter maar ook het leven van Ellen Ann Willmott tekenen.

Ellen Ann Willmott (1858-1934), wordt geboren in Vernon House in Spring Cove, een voorstadje, nabij London. Haar vader, Frederick Willmott, is advocaat, haar moeder, Ellen Fell, dochter van een rijke kant-handelaar. Ellen krijgt twee zusjes: Rose in 1881 en Ada Mary in 1864.

 

De meisjes krijgen een voor dochters uit gegoede kringen in die tijd gebruikelijke opvoeding: zij krijgen les in literatuur, geschiedenis en botanie, leren Frans, borduren en schilderen.

Door connecties met nieuwe partners en investeringen groeit de advocatenpraktijk van haar vader en kan de familie deelnemen aan het sociale leven van de welgestelde klasse door het organiseren van ontvangsten en soirees.

Dankzij die achtergrond en royale cheques die de zusjes jaarlijks van hun rijke peettante lady Helen Tasker ontvangen, is Ellen Ann wanneer zij eenentwintig jaar oud is, al een aanzienlijk rijke jonge vrouw.

 

In 1872 overlijdt haar jongste zusje Ada Mary aan dysenterie en nierfalen, waarna Frederick Willmott besluit om het familiehuis te verkopen. In 1875 koopt hij Warley Place in Essex, een landhuis in Queen Anne stijl, ook in de buurt van London, dat past bij de nieuwe financiële en sociale status van de familie (pp.21-30). De moeder van Ellen zal zich er vooral bezighouden met het instrueren van personeel en de inrichting van het huis, dat rijk gedecoreerd wordt met meubilair van Hepplewhite en Chippendale, antieke klokken die Ellens vader Frederick verzamelt, zilver, en serviezen van Ming, Worcester en Delft (p.35).

 

Aquarel (ca.1906) door Alfred Parsons van de narcissoorten bij Warley Place,

Rond dit landgoed met zijn glooiende hellingen, stallen en vijvers, staan heggen met meidoorns, vlierstruiken, ommuurde tuinen vol narcissen en krokussen en oude Spaanse kastanjebomen. Wanneer Ellen achttien jaar oud is en Rose vijftien, begint zij onder leiding van haar moeder met het vormgeven van de grote tuin rond Warley Place, waarvoor zij diverse plantensoorten verzamelen, ook uit andere tuinen, zoals die van Fitzwalters bijvoorbeeld, het ouderlijk huis van haar moeder.

In 1880 neemt mrs. Willmott de meisjes mee naar de Royal Horticultural Summer Show in London en zal zich de belangstelling en het talent van Ellen voor botanie nog meer ontwikkelen en zullen haar ontwerpen de tuinen van Warley Place maken tot een van de meest gevierde in Engeland.

 

Naast reguliere tuinen, legt Ellen in 1882, er ook een bijzondere Alpentuin aan met rotsformaties, varens en een beek. Voor het onderhoud stelt zij een Zwitserse tuinman aan, Jacob Maurer, die uiteindelijk veertig jaar lang met zijn gezin op het landgoed zal wonen in de South Lodge, ook nu nog te zien, naast de ingang van Warley Place.

 

 

 

 

 

Op zoek naar meer plantenkennis lezen Mrs. Willmott en Ellen diverse tuinboeken, zoals bijvoorbeeld The English Flower Garden (1883) van William Robinsons, zijn visie op tuinieren zal ook Ellen inspireren:

 

De tuinman moet de ware kunstenaar volgen, hoe bescheiden ook, in zijn respect voor de dingen zoals ze zijn, in verrukking in de natuurlijke vorm en schoonheid van bloemen en bomen, als we vrij willen zijn van kale geometrie, en als onze tuinen ooit ware beelden… En zoals het werk van de kunstenaar is om voor ons te zien en in beelden iets van de schoonheid van landschap, boom of bloem te bewaren, zo zou het werk van de tuinman moeten zijn om voor ons zoveel mogelijk in de volheid te bewaren van hun natuurlijke schoonheid, de levende wezens zelf. (p.8).

 

Ellen tuiniert, ontwerpt en leert tuinfotografie en ook daar heeft zij talent voor. Ondanks de uitvinding van de Kodax Box camera met filmrol (1891), gebruikt Ellen daarvoor liever nog de eerder gangbare zware fotoplaten, die voor haar door de tuin worden gedragen door een knecht, William. In 1909 wordt Warley Garden in Spring and Summer, een fotoboek van Ellen met veertig zwart-wit foto’s van haar beroemde tuin in Essex, gepubliceerd door uitgeverij Quaritch in London. Tuinliefhebbers zijn er lovend over (p.74). Onderstaand schilderij van Alfred Parsons geeft een beeld van hoe alleen al het gedeelte van de tuin aan de voorkant van het huis eruit moet hebben gezien.

 

Warley Place, het huis van de familie Willmott. Illustratie van Alfred Parsons (1847-1920

 

Alsof het allemaal nog niet genoeg is volgt Ellen ook op Warley Place opnieuw schilder- en tekenlessen, leert hoe zij schetsen van planten moet maken, volgt vioollessen, verbetert haar Frans en leert Duits van een thuistutor.

Ook is zij dol op reizen, dat blijkt uit een brief van 1875 die bewaard is gebleven, wanneer zij met haar ouders mee mag naar Parijs. Ook bezoekt de familie de Botanische Tuinen van Brussel, reist naar Spa en verblijft nogmaals in Parijs (1880). Wanneer haar moeder last krijgt van reumatische klachten, bezoeken zij alleen nog Spa-resorts in eigen land, zoals die van Bath bijvoorbeeld. Hier ontmoeten zij Major en mrs. Berkley ontmoeten, de bewoners van Spetchley Hall te Worcestershire.

 

Spetchley Hall – Worcestershire. Afbeelding van PollyDot via Pixabay

Al snel raken Ellen en Rose er bevriend met Maude, dochter van de Berkleys, en gezamenlijk bezoeken zij diverse tuinen. Later zullen deze Berkely’s de schoonouders van Rose worden, al zal zoon Robbert Valentine Berkley nog tot 1891 geduld moeten hebben voordat het tot een huwelijk met Rose kan komen. De Willmotts willen in 1882 namelijk, volgens de typische Victoriaanse trend van die tijd, met hun dochters een Grand Tour maken door Europa en zullen Luzern, Keulen, Turijn, Milaan, Rome en Napels bezoeken.

In 1889 reist Ellen met haar zus Rose, die inmiddels ook aan reuma lijdt, naar Aix-les-Bains voor het natuurlijke genezende bronwater en het weldadige klimaat. De meisjes rijden er rond in koetsjes, bezoeken de baden, wandelen in de bergen en bewonderen kloosters. Ook maken zij er kennis met een andere Engelsen die zich hier gevestigd hebben, zoals John Bellingham, Joseph Charlton Parr en Lady Whalley die goede relaties heeft met de Aixois en lokale notabelen. Ellen en Rose raken dol op deze plek en zullen er ieder jaar enige maanden verblijven.

In datzelfde jaar overlijdt hun suikertante gravin Helen Tasker, en laat hen een enorme erfenis na. Ellen en Rose kunnen nu in Aix-les-Bains, met het geldbedrag uit erfenis in La Maison au Lac, kopen (1890), een huis met diverse hectaren grond en een spectaculair een uitzicht over het Lac du Bourget.

 

http://resdlpbourget.free.fr/images/images/photos/tresserve.

In samenwerking met de lokale architect Jules Pin, verandert Ellen het cottage-achtige huis in een chateau, compleet met toren en al, richt het in met Louis XV en XVI meubelen, koopt muziekinstrumenten en verzamelt een complete bibliotheek (p.61-62).

 

Voor de tuin begint Ellen vooral rozen te cultiveren en kweekt in 1901 in samenwerking met Franse horticulturisten, alleen al ca. 750 verschillende soorten. Over bijzondere rozensoorten schrijft Ellen later haar meesterwerk: The Genus Rosa (1910). In het voorwoord daarvan richt zij zich tot koningin Alexandra (1844-1925), de echtgenote van koning Edward VII (1841-1910), en noemt haar daarin a peerless Rose, the queen of English hearts.

 

The Genus Rosa is door landschapsschilder en tuinontwerper Alfred Parsons (1847-1920) rijk geïllustreerd. Het boek, toont 132 aquarellen van rozen gemaakt tussen 1890 en 1908, en is te zien in the Lindley Library in London, de grootste tuinbouwbibliotheek ter wereld, waarin zich ook The Royal Horticultural Society bevindt.

Hieronder een voorbeeld van drie van zijn prachtige illustraties: de Rosa tea gigante, de Rosa laxa, en de Rosa rigorosa.

Geheel rechts zie je een afbeelding van een Kruisdistel, ook bekend als Miss Willmott’s Gost, omdat naar het verhaal gaat, dit plantje dat zich makkelijk vermenigvuldigt uit zaad, door Ellen, vanuit de zak van haar rok in tuinen van anderen werd gestrooid, waar het vervolgens “geheel onverwacht” opdook.

 

 

 

                         

 

In 1892 sterft de vader van Ellen en in 1898 verliest zij ook haar moeder. Rose is inmiddels getrouwd met Robbert Berkley en woont in Spetchley House. Ellen woont nu alleen in Warley Place, zet zich volop in voor het verfraaien van de tuinen, en heeft op een gegeven moment zelfs zo’n 104 hoveniers in dienst. Zij bestelt zaden en bollen, bij duizenden, vooral gele narcissen, loodkruid en kruisdistels.

De passie van Ellen voor tuinieren en haar bijzondere tuincreaties vallen op. In 1894 wordt zij als vrouw officieel toegelaten tot de Royal Horticultural Society in London, de Narcissus and Tulip Commitee en ontvangt diverse prijzen en medailles voor haar werk. Daarnaast is Ellen Willmott de eerste vrouw die, samen met haar concurrente Gertrud Jekyll, The RHS Medal of Honour, een koninklijke onderscheiding van koningin Victoria ontvangt (1897).

Ook zet Ellen een samenwerking op met de conservatoren van Kew Gardens en het Arnold Arboretum in Boston om reizen te financieren voor verzamelaars van bijzondere plantensoorten, zoals die van Ernest Wilson (1876-1930) naar China bijvoorbeeld.

 

In 1903 ontmoet Ellen via zakelijke connecties van haar ouders Sir Thomas Hanbury (1832-1907), zakenman, filantroop en tuinliefhebber, met wie zij spreekt over botanie en mediterrane tuinen (p.108). Sir Thomas is in 1867 voor het eerst naar Ligurische Riviera gereisd waar hij bij Mortola, niet ver van Ventimiglia en de Franse grens, een verwaarloosde villa van de familie Orengo de Casterone heeft gekocht en gerestaureerd. Hier heeft Hanbury samen met zijn broer Daniel en de Duitse tuinarchitect Ludwig Winter rond het huis diverse mediterrane terrastuinen aangelegd. In 1871 zal hij er samen met zijn vrouw Catherine Aldham Pease (1842-1920) gaan wonen.

 

Foto PW 2019

Geïnspireerd door Hanbury ( op de foto links zie je een gedeelte van de Giardini botanici di Hanbury met een fontein en terrassen), koopt ook Ellen in 1904 een huis in Italië: Villa Boccanegra, aan de Via Aurelia, bij Latte, zo’n 2,5 km. vanaf Ventimiglia. Net als de villa van Hanbury is ook die van Ellen ommuurd en heeft een aflopende tuin vanwaar je prachtig vrij uitkijkt over de Middellandse Zee (pp.149-150).

De vorige eigenaar, het Italiaanse parlementslid Giuseppe Biancheri (1821-1908), heeft tegen de muren rond het perceel rozen laten planten, zoals de Lady Banks bijvoorbeeld, die staan er nog wanneer Ellen aankomt, het moet haar enorm hebben aangesproken.

Zij is  dol op haar mooie huis en eigen grond in Italië, al moet er nog heel veel aan gebeuren! Met een enorme passie besluit Ellen om hier een van de mooiste mediterrane tuinen in Liguria te creëren wat haar uiteindelijk ook lukt, maar hoe dat is gegaan vertellen we later . . .

Ellen bestelt steeds meer voor haar project, geeft uiteindelijk heel veel geld uit bij lokale tuinbedrijven als Penco in Ventimiglia of Maison Bensa in Menton, waardoor de  rekeningen zich opstapelen en zij in financiële moeilijkheden raakt (p.150).

 

 

In 1907 wordt haar situatie nog slechter wanneer haar huis in Aix-les-Bains door een brand wordt verwoest, een traumatische ervaring. Ellen probeert het huis te renoveren, maar is niet goed verzekerd, en kan ook hier de rekeningen niet meer betalen als de schuldeisers zich aandienen. Na 1912 verblijft zij niet meer in Tresserve, maar nog wel in haar villa in Italië.

In 1920 wordt het huis in Tresserve gekocht door Randal Thomas Mawbry, een verre neef van de echtgenoot van haar zusje Rose, maar deze heeft niet echt interesse om het op te knappen, waardoor het lange tijd in een vervallen staat blijft. Ondertussen sterft ook haar zusje Rose (1922 ), en ziet Ellen zich gedwongen door alle financiële moeilijkheden in 1923 ook Villa Boccanegra te verkopen, dat vervolgens nog enkele keren van eigenaar wisselt.

Wanneer Mawbry overlijdt, ontstaat er door een onduidelijkheid in zijn testament, vanaf 1942 een pijnlijke strijd over de eigendomsrechten tussen de gemeente van Tresserve en een zekere Roche, inwoner van Chambery. Sinds 1964 doet het huis in Tresserve dienst als gemeentehuis van Aix-les-Bains en blijft het patrimonium van Ellen Willmott, de bijzondere bomen, planten en het rosarium bewaard in de tuinen rond het gebouw.

Villa Boccanegra is sinds 1983 in het bezit van twee botanici Guido Piacenza en Ursula Salghetti Drioli en heet nu Villa Piacenza, de tuinen zijn op afspraak te bezoeken.

 

Ellen Ann Willmott wordt gezien als een van de belangrijkste tuinontwerpers en horticulturalisten in de wereld. Als specialist in hybridiseren was zij altijd op zoek naar exotische soorten bollen en zaden en heeft met het financieren van diverse excursies naar verre landen bijgedragen aan plantenveredeling en variëteiten.

Heel veel plantensoorten zijn naar haar vernoemd zoals bijvoorbeeld de Rosa Wilmotiae, de Ellen Willmott lelie, wateraardbei miss Willmott, sering Miss Willmott, de irissen en tulpen Willmottiae en Warleyensis .

Originele foto’s, portretten en schetsen van Ellen Willmott zijn te vinden in de archieven van Spetchley House te Worcester. Ook Warley Place is te bezoeken, en wordt tegenwoordig onderhouden en als natuurreservaat beheerd door de Essex Wildlife Trust.

Ellen Ann Willmott is in 1934 overleden.

 

Illustrazione: https://luoghi.italianbotanicalheritage.com/en/villa-piacenza-boccanegra-garden/

Meer lezen over de mediterrane tuinen van Ellen Willmott en over Villa Piacenza, zoals Villa Boccanegra tegenwoordig heet? Dat kan! Wij zijn volop aan het schrijven en gaan binnenkort weer in Liguria fotograferen, zodat wij onze verhalen kunnen illustreren met exclusief en authentiek fotomateriaal, dus houd onze website in de gaten!

 

Bronnen:

Le Lièvre Audrey: Mis Willmott of Warley Place : her life and her gardens. Faber § Faber, London, 1980.

Artikelen:

Frieh-Giraud, Geneviève. “Ellen Willmott à Tresserve”, artikel voor de Académie des Sciences, Belles-Lettres et Arts de Savoie, seance 2019, via:

https://www.academiesavoie.org/images/discours/Communication_g_frieh_giraud.pdf

Pollit, David. “The Legacy of Ellen Willmott”. The Worcestershire Group Newsletter, spring 2018,  https://www.hardy-plant.org.uk/docs/publications/cornucopia/issue43/the_legacy_of_ellen_.pdf

Sewell, Paula. “Miss Ellen Willmott of Warley Place, Essex: Eminent Gardener, Horticulturist and Garden Photographer.” Garden History, vol. 42, no. 1, The Garden History Society, 2014, pp. 89–105, http://www.jstor.org/stable/24636288

 

Louise Helsloot MA – De Italiaanse Culturele Salon © 2022