Il sentiero dei castagni van Stresa naar Belgirate!
23295
post-template-default,single,single-post,postid-23295,single-format-standard,stockholm-core-2.4,select-theme-ver-9.8,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_menu_,wpb-js-composer js-comp-ver-7.6,vc_responsive

Il sentiero dei castagni van Stresa naar Belgirate!

De CAI – Club Alpino Italiano onderhoudt in Italië zo’n 60 duizend wandelpaden, van makkelijk te belopen tot het echte zware alpine klimwerk. Zo blijft in samenwerking met de UNESCO het patrimonium van Italië bewaard. Deze wandelroutes zijn herkenbaar aan de rood-wit gestreepte bordjes, zo ook deze route door de kastanje bossen rond het Lago maggiore:

Il sentiero dei castagni !

 

Deze bijzondere route voert je vanaf Stresa omhoog langs panoramische vergezichten over het meer naar Belgirate. Solo andata, alleen heen, is deze wandeltocht een parcours van ongeveer 8 km in falsopiano, vals plat, dat geasfalteerde paden afwisselt met bospaden. Afhankelijk van de weersomstandigheden kom je hierop soms wel omgewaaide bomen tegen die nog niet zijn opgeruimd waar je overheen moet klauteren, dus trek goede wandelschoenen aan wanneer je dit pad wilt lopen. Voldoende water meenemen en ook een lunchpakketje voor onderweg is lekker want langs deze route is op dat gebied niet echt iets te vinden!

Wanneer je vanaf Belgirate niet meer terug naar Stresa wilt lopen is het leuk om vanaf daar de battello, de boot terug te nemen naar Stresa. Check wel van tevoren even de vertrektijden van de boten voor je na deze wandeling op een van de terrasjes aan het meer neerploft. Als alternatief kun je natuurlijk een taxi nemen maar de lokale bus rijdt je ook prima terug langs de oever van het meer.

 

Wat ga ik zien?

 

De wandeltocht omhoog richting Binda start in Stresa in de Via Manzoni, genoemd naar Alessandro Manzoni (1785-1873) schrijver en dichter, die hier aan het Lago maggiore vakanties doorbracht in zijn residentie het Palazzo Stampa te Lesa.

Manzoni is vooral bekend om zijn meesterwerk I promessi sposi. Halverwege herinnert een monument met reliëf in brons ons aan de vriendschap die de schrijver had met de priester en filosoof Antonio Rosmini (1797-1855).

              

We vervolgen de weg tot een splitsing met een klein kapelletje waarin een fresco van de Madonna te zien is. Vanaf dit punt links begint de tocht over een antiek Romeins pad met keistenen naar het kastanje bos. Onderweg in het bos zien we nog andere boskappeletjes en komen bij antieke kerken en boerenhoeves, waardoor je ook een indruk krijgt van la vita contadina, het boerenleven zoals het in dit gebied is geweest; religieus en arm, waar hard moest worden gewerkt. Diverse borden langs de route geven je extra informatie over de geschiedenis van de landbouwers die hier van dit land en deze bossen hebben geleefd. Ze verwerkten kastanjes in recepten, op de terrassen die zij hebben aangelegd stonden diverse soorten fruitbomen, appels, vijgen, kersen en in hun moestuinen verbouwden zij bonen, gerst en mais.

 

We komen via een schitterend uitzicht op het meer aan in het dorpje Passerà, bij het Oratorio di Passerà. Deze kerk die stamt uit c.a. 1657 is volgens de overlevering door een rijke wijnhandelaar aan de Madonna geschonken uit dankbaarheid nadat deze een schipbreuk had overleefd.

Wanneer je verder deze weg afloopt leidt deze naar de ruïnes van een oude molen, de mulin da la stria de Passerà. Over deze molen bestaat een griezelige oude legende: de mysterieuze legende van Togn. Het mooie van volksverhalen is dat deze overgeleverd worden aan nieuwe generaties. Zo heb ik ook dit verhaal gehoord van een Italiaanse lerares van een lokale school die ik er tegenkwam. Zij nam haar klas mee op deze excursie om hen in die eigen omgeving te vertellen over hun retroterra culturale, hun culturele achtergrond.

De legende vertelt over de molenaar Togn die hier in zijn molen woonde met zijn vrouw. Toen hun enige zoontje op jonge leeftijd overleed, vermoordde hij haar uit verwijt waardoor er een vloek werd uitgesproken over de molen. Iedereen die er daarna naar binnenging stierf. De molenaar vluchtte. Na jaren hoorde hij dat zijn vrouw er nog steeds ronddoolde als het fantasma van de molen daarom keerde hij verkleed als zwerver terug om dit te onderzoeken. Toen hij de molen inliep was ook hij op slag dood. Toen de molenaar en zijn vrouw in de dood weer werden verenigd met hun zoontje kon de vloek worden opgeheven…

Door de manier waarop de lerares in deze omgeving ons over de legende van Togn vertelde, werd deze hier bijna voelbaar…!

   

 

 

Verder wandelend kom je langs het dorpje Piane di Pramezzano richting Brisino aan in Magognino. Hier ligt rond de Chiesa di S. Albino het Cimitero di Sant’Albino, de begraafplaats van Sant’Albino. De serene sfeer van deze plek midden in de heuvels is indrukwekkend te noemen. In het kerkje dat stamt uit 1151 is een fresco te zien van de Madonna in trono, de Madonna op de troon, uit de vijftiende eeuw.

Vervolg nu de route richting Calogna en kom aan bij de Capalla di Santa Maria Mater Gratiae waarin een fresco van San Grato, de beschermheilige van het noodweer en de overstromingen te zien is. Verderlopend richting Belgirate vind je op een open plek nog de Chiesetta di San Paolo. Vanaf dit antieke romeinse kerkje kom je via Pianezza en Farinelli aan bij de Chiesa vecchia van Belgirate. Hier vallen de Romeinse klokkentoren en de arcade uit de zeventiende eeuw op en zijn daarnaast fresco’s te zien uit de vijftiende eeuw. Daarna leidt de weg je heuvelafwaarts naar het centrum van Belgirate en is het tijd voor een koel drankje aan het meer!

   

 

Hierbij nog een leuk filmpje om nog meer in de stemming te komen om deze mooie tocht te gaan lopen!

Alla prossima! Tot de volgende keer!

foto’s: PW © 2020

Tekst: Louise Helsloot MA – De Italiaanse Culturele Salon © 2020